Spring naar inhoud

C.C. Storkstraat

Coenraad Craan Stork

Om iets te vinden over Coenraad Craan Stork, de naamgever van de C.C. Storkstraat, moeten we beginnen bij zijn veel bekendere oudere broer, heer Charles Theodoor Stork, geboren in 1822 in Oldenzaal. In 1836 leende Charles, hij was toen dus pas 14 jaar, 2000 gulden van zijn vader en begon in een klein gebouwtje met twee weefstoelen in loon te weven voor de grote fabrikanten G. en H. Salomonsen in Almelo. Eén van zijn jongere broers, J.E. Stork, had zich inmiddels in Zwitserland bekwaamd in het verven van garens en het weven van bonte goederen. Samen met hun zwager H.J. Ekker begonnen de gebroeders Stork in 1854 in Hengelo een weverij.

De jonge Charles Stork, die vaak met zijn wagentje vol goed van Oldenzaal op en neer naar Almelo reed, maakte halverwege vaak een praatje met smid J. Meijling in Borne. Op deze manier wist hij een zakelijke relatie tot stand te brengen tussen deze smid en zijn jongere broer, Coenraad Craan Stork, een in Delft afgestudeerd ingenieur.

Op 13 mei 1859 begon Coenraad Craan samen met de eerder genoemde smid een bescheiden smederij annex reparatiewerkplaats in Borne. De werkplaats was gelegen waar nu de woningen Oude Almeloscheweg 9-11 staan (tegenover de Eschschool). Het bleek een goede zet. In de textielindustrie was de concurrentie moordend, terwijl in de machine-industrie de mogelijkheden nog open lagen. En tot dan toe maakte niemand een specialisme van machines voor de textielindustrie. De werkplaats groeide dan ook al snel uit tot een heuse fabriek.

Helaas overleed Coenraad Craan Stork al in 1863 op jeugdige leeftijd. Charles Theodoor nam na het overlijden van Coenraad zijn plaats in. De fabriek verschafte toen aan ca. 80 mensen werk. Smid Meijling trad in 1865 uit de firma omdat hij de nieuwe compagnon te voortvarend achtte. De zaken werden onder de naam Gebrs. Stork en Co. voortgezet. In 1868 werd de machinefabriek, op initiatief van Charles Theodoor Stork, van Borne overgeplaatst naar Hengelo.

Voor deze verhuizing waren een aantal redenen. Men begon vanaf ca. 1865 met de vervaardiging van nieuwe stoommachines. De zaak diende daarvoor een belangrijke uitbreiding te ondergaan, en het bestaande pand, evenals de locatie, bleken daarvoor niet geschikt. De nieuwe fabriek werd gevestigd op het kruispunt van de spoorlijnen Almelo-Salzbergen en Hengelo-Zutphen. Het was Charles Theodoor zelf die samen met textielfabrikanten voor de aanleg van deze spoorlijnen had geijverd. Tevens was daar de al eerder genoemde katoenfabriek voor het weven van gekleurde stoffen van de heren Stork en Ekker, gevestigd.

In 1867 werd een aanvang genomen met de bouw, en in september 1868 was de nieuwe fabriek operationeel. De opening op 4 september 1868 wordt beschouwd als de officiële oprichtingsdatum van de machinefabriek Gebr. Stork & Co, wat veel later de Koninklijke Machinefabriek Stork N.V. zou worden.